Mosterdallergie

Mosterd die meestal onder de specerijvorm gebruikt wordt is spijtig genoeg verantwoordelijk voor de mosterdallergie. Ook de blaadjes, zaadjes en een olie-extract kunnen gebruikt worden in de voeding. Mosterd moet verplicht vermeld worden op de verpakking van levensmiddelen (zie bijlage III bis van het KB van 13 september 1999) wanneer deze toegepast wordt en nog aanwezig is in het eindproduct onder om het even welke vorm. De mosterdplant behoort tot de familie van de Brassicaceae (zoals radijs, verschillende koolsoorten, broccoli, raap, waterkers, mierikswortel, koolraap,…); er bestaan een 40-tal variëteiten waarvan er slechts 4 predominant zijn: veldmosterd (Sinapis arvensis L.), zwarte mosterd (Brassica nigra (L.) W.D.J. Koch), witte of gele mosterd (ou jaune) (Sinapis alba L.) en bruine of sareptamosterd (Brassica juncea (L.)).

Momenteel zijn er 4 allergenen ontdekt in witte mosterd :

  • Sin a 1, een 2S albumine (een opslageiwit). Is thermostabiel, resistent tijdens de vertering door trypsine en de degradatie door andere proteolytische enzymes. Het is een majeur allergeen ;
  • Sin a 2, een 11S globuline (een opslageiwit). Wordt eveneens beschouwd als een majeur allergeen ;
  • Sin a 3, behoort tot de familie van de nsLTP (Non-Specific Lipid Transfer Protein). Is thermostabiel en resistent voor proteolytische enzymes ;
  • Sin a 4, een profiline. Is thermolabiel.

In bruine mosterd is het majeur allergeen de Bra j 1 (een 2S albumine).

Het lijkt erop dat de lipidenmatrix van de olie de allergeniciteit van de mosterd zou kunnen verhogen.

Kruisreacties tussen mosterd en andere Brassicaceae zijn zeldzaam. Er is ook een kruisreactie bekend met het stuifmeel van de bijvoet. Men spreekt over het mosterd-bijvoetsyndroom. Meer dan 50% van de patiënten die allergisch zijn voor mosterd zijn overgevoelig voor bijvoetpollen en voor plantaardige voedingsmiddelen, voornamelijk de vruchten van de Rosaceae familie (perzik ...), maar ook voor noten (waaronder de hazelnoot), peulvruchten (waaronder pinda's) en maïs. De betrokken allergenen zijn de Sin a 3 en de Sin a 4.

Symptomen kunnen zich voordoen ten gevolge van contact met mosterd of van de inname ervan. Men kan symptomen vaststellen op de huid (eczeem, netelroos en oedemen…), in het maagdarmkanaal (diarree,…). Mosterd kan ook pneumo-allergie veroorzaken; de pollen van mosterd (Sinapis alba) kunnen effectief respiratoire symptomen veroorzaken (rhinitis en bronchiale astma). Een oraal syndroom kan optreden in geval van kruisallergie. Anafylaxie (o.a anafylactische shocks) werd eveneens gerapporteerd.

Zoals bij elke opsporing van allergische overgevoeligheid worden verschillende testen uitgevoerd  (priktesten, serumIgE dosering, TPO) die met de symptomen geconfronteerd worden. Een regelmatige herintroductietest is noodzakelijk om een strikt eliminatiedieet te voorkomen dat overbodig is in het geval van een verworven tolerantie.

 

 

 

 

   
© ciriha

Connexion